Direct naar artikelinhoud
InterviewDuco Sickinghe

Duco Sickinghe (ex-Telenet-CEO): ‘Als geld voor mij belangrijk was, zat ik hier niet’

Duco Sickinghe (ex-Telenet-CEO): ‘Als geld voor mij belangrijk was, zat ik hier niet’
Beeld Wouter Maeckelberghe

Duco Sickinghe was als CEO van Telenet lang een bekende Nederlander in Vlaanderen. Na de oprichting van investeringsmaatschappij Fortino verdween hij van de radar. ‘Net als mijn vader koesterde ik politieke ambities, maar ook ik ben er nooit aan begonnen.’ 

Een paar dagen per week pendelt Duco Sickinghe van zijn woonplaats ­Kraainem naar zijn kantoor in het Post X-complex vlak bij het station van Berchem. In juni 2019 ruilde hij met zijn investeringsmaatschappij Fortino Zaventem in voor Antwerpen. “Het is misschien wat raar om je eigen bedrijf te verhuizen naar een plek die verder van je woonplaats ligt”, zegt de stichter en managing partner. “Maar Berchem is een ideale plek. De tocht van Antwerpen of Gent naar Zaventem was voor bezoekers vaak een hele opgave, en een rit naar de Brusselse binnenstad was gewoon niet meer te doen. We zitten nu vlak bij een treinstation en er zijn meer dan voldoende parkeerplaatsen.”

U geeft sinds de oprichting van Fortino niet veel interviews meer.

“In dit vak vinden ondernemers discretie belangrijk. Als investeringsfirma halen wij geld op om dat vervolgens in hun bedrijven te investeren. Zij beslissen of ze al dan niet hun verhaal naar buiten willen brengen. Wij staan hen met raad en daad bij. Ik sta dus niet meer op de bühne, maar ben de souffleur in de coulissen.

“Fortino helpt twee soorten bedrijven. De eerste zijn de kleinere, die tegen één miljoen euro omzet aanhikken en groter willen worden. We noemen dat ‘venture capital’, investeringen met risicokapitaal. De tweede zijn bedrijven met minstens vijf miljoen euro omzet die tot honderd miljoen willen doorgroeien. Dat noemen we ‘groeikapitaal’. Vaak gaat het dan over ondernemingen die internationaal willen doorbreken.”

De bedrijven waarin u investeert, zijn allemaal actief in de softwarebranche?

“Ja. Tegenwoordig zit die software altijd in de ­cloud: bedrijven slaan ze op bij Amazon, Google of andere. Zo krijgen klanten van overal in de wereld er toegang toe. Vroeger stond die software ergens in een hoekje op kantoor op een server te draaien, waarop je moest inbellen. Die tijd is definitief voorbij.”

Nu is al die software toevertrouwd aan een handvol grote techbedrijven die zo nog meer macht in handen krijgen?

“De invloed van Google of Amazon is groot, maar die wordt niet groter omdat ze ook nog eens enorme hosting-machines zijn. Dat is gewoon een zakelijke dienstverlening aan andere bedrijven. Die kiezen zelf van welke cloud ze willen gebruikmaken: die van IBM, Amazon of Microsoft.”

Duco Sickinghe: ‘In het bedrijfsleven hoor ik vaak mensen over politici mopperen, terwijl de politieke stiel veel moeilijker is dan het runnen van een bedrijf.’Beeld Wouter Maeckelberghe

Waarom ging u met Fortino van start?

“Mijn vader zei altijd: ‘Neem nooit twee keer na elkaar eenzelfde hond in huis.’ Na ruim twaalf jaar bij Telenet dacht iedereen dat ik als CEO overal alles zou aankunnen. Terwijl ik vond dat ik iets compleet anders moest doen. Het leek me ook fijn om een eigen onderneming te hebben. Ik dacht: ‘Als ik met een investeringsmaatschappij van start ga, mag ik de rest van mijn professionele leven bij mijn klanten op de koffie.’

“Vandaag zitten er ongeveer dertig bedrijven in onze portefeuille. Ik mag nu dus bij dertig CEO’s op bezoek om over hun zaken te praten en hen verder te helpen. Dat is echt een droom.”

Investeren lijkt toch een heel riskante onderneming?

“Dat dacht ik in het begin ook. Vandaag beheren we ruim 430 miljoen euro. Had u me dat zeven jaar geleden verteld, had ik waarschijnlijk geantwoord: ‘Dan doe ik ’s nachts geen oog meer dicht.’ Nu het zover is, slaap ik als een roos. Gaandeweg leerde ik dit vak en groeide ik in mijn rol. Ik weet in welke bedrijven ik investeer en hoe zij risico’s nemen en afdekken. Dat zorgt toch voor een geruster gevoel. Want het is niet zo dat al dat geld in de wijde natuur verdwijnt of dat wij geen flauw idee hebben wat ermee gebeurt. Integendeel, wij weten zeer precies waar onze centen zitten.”

BIO • geboren op 19 maart 1953 in Utrecht • begon zijn carrière bij Hewlett-Packard • startte in 1993 een software­bedrijf en werd drie jaar later algemeen manager bij uitgeverij Kluwer • werd in 2001 CEO van Telenet • stapte er in 2013 op en richtte dat jaar nog met Renaat Berckmoes Fortino op   

Daarom dat het koffiedrinken met ondernemers zo belangrijk is?

“Ja, maar ik doe dat niet alleen, intussen werken er twintig mensen bij Fortino. Het is ontzettend belangrijk dat zowel de ondernemer als de investeerder bekwaam zijn én dezelfde data onder ogen krijgen. Als dat zo is, komen ze meestal tot hetzelfde besluit over waar ze met het bedrijf naartoe willen. Pas als mensen verschillende data zien, of als de een of de ander niet competent is, loopt het fout. Maar ook als iedereen op dezelfde golflengte zit, wisselen moeilijkere periodes af met voorspoedige. Het is nooit een grafiek met een mooie, rechte lijn richting noordoost.”

U investeert met andermans geld. Was het in het begin moeilijk om dat in te zamelen?

“Ach, in de begindagen van Telenet klonk het ook heel meewarig: ‘Telefoon en internet via de kabel? Tégen Belgacom? Wie geeft die jongens een kans?’ Wij zeiden toen tegen elkaar: ‘De prijzen worden aan de finish uitgereikt.’ Bij Telenet lag die eindmeet rond 2008. Toen pas begonnen we erkenning te krijgen voor wat we allemaal aan het bouwen waren. Bij Fortino gebeurde net hetzelfde: ‘Duco wil zichzelf nog een beetje entertainen voor hij met pensioen gaat.’ Vandaag kan iedereen zien dat Fortino tot een uiterst professionele investeringsfirma is uitgegroeid. Intern hanteren we zeer strakke spelregels; we werden een serieuze club.

“Een van onze lijfspreuken is: ‘Good news travels fast, bad news should travel faster.’ Als er iets misgaat, moeten we dat snel tegen elkaar durven te zeggen. Als dingen goed gaan, komen de complimentjes wel vanzelf. Er heerst hier een open cultuur, zonder angst om problemen snel op tafel te leggen. Als we dat niet zouden doen, levert dat alleen maar stress op.

“We leven in een samenleving waarin we graag allemaal het goede van onszelf willen laten zien. Maar dat is niet het échte leven. Want bij elke mens gaat het soms goed en soms fout. Daar moeten we eerlijk over durven te zijn. Je wordt toch geen slecht mens omdat er iets in de soep loopt? We leren toch elke dag?”

Zette jullie veel druk op ondernemingen om investeringen te laten renderen?

“We kijken altijd naar het financiële plaatje op ­lange termijn, anders moeten we er geen geld in stoppen.”

Maar het einddoel is: er centen aan verdienen?

“Daar moeten we niet geheimzinnig over doen: wie op de beurs een aandeel koopt, hoopt daar ook beter van te worden. Waar wij bij een interessant bedrijf eerst en vooral op letten, is of het team oké is. Als de goede mensen op de juiste plaats zitten, schept dat veel vertrouwen.”

De miljoenen vliegen u bij wijze van spreken dagelijks om de oren. Hoe belangrijk is geld voor u?

“Dat zijn niet mijn miljoenen, hè. Maar wij moeten daar wel verstandig mee omgaan. Als geld belangrijk voor mij was, zat ik hier niet en deed ik iets anders. Toch kies ik voor Fortino, omdat ik het leuk vind om met mensen te werken en aan bedrijven te bouwen.

“Ook privé is dat het geval: de aannemer die jaren geleden mijn huis bouwde, vertrouwde me toe dat hij graag projectontwikkelaar wilde worden. ‘Ik zoek daar wat geld voor’, zei hij. Toen richtten we samen de onderneming Domus Next op. We realiseren nu een paar projecten, niet op heel grote schaal, maar toch. Zo leren we wat er in die wereld mogelijk is. Zelfs als je een gemeente een heel mooi plan aanbiedt, duurt het soms jaren eer je een vergunning krijgt. Dat is in dit land een énorm probleem.

“De democratie was altijd een weergave van het kleurrijke beeld van onze samenleving. Ze gaf ook ruimte aan grote nuance in de besluitvorming. Nu neigen we naar versnippering en versplintering. België heeft al een fraai palet aan politieke partijen, maar in Nederland is het nog erger.

“Je kunt niet stellen dat het aantoonbaar slécht is dat er zoveel partijen zijn, maar wel dat het steeds ingewikkelder wordt om in het parlement tot een besluit te komen.

“De keuze is dan: moet er lang en genuanceerd gedebatteerd worden waardoor we kwalitatief hoogstaande beslissingen krijgen? Of moeten we pragmatischer worden en sneller besluiten door het parlement loodsen? En moeten we dan misschien ook makkelijker vergunningen afleveren?

“Ik vind dat zeer moeilijke afwegingen. In het bedrijfsleven hoor ik vaak mensen over politici mopperen. Terwijl de politieke stiel veel moeilijker is dan het runnen van een onderneming.”

‘‘Het zou best kunnen dat België me wat zachter heeft gemaakt.’Beeld Wouter Maeckelberghe

Vandaag krijgen ministers en toppolitici op sociale media soms karrenvrachten drek over zich heen.

“Dat is echt afschuwelijk. Tijdens de coronalockdowns ontvingen de bedrijven van zowat alle ­Europese landen binnen anderhalve maand overheidssteun. Overheden zitten in een veel groter keurslijf dan ondernemingen, maar toch lukte het om vrij snel al die geldstromen op gang te brengen. Ik heb nog geen artikels gelezen dat al dat geld verkeerd is terechtgekomen. Ik ga er dus van uit dat die reddingsacties over het algemeen goed verliepen. Ze hebben zo onze economie gered. Vandaag staan onze wegen weer vol files, dat is misschien niet zo leuk, maar het is wel een teken dat we die coronagolven goed doorgekomen zijn. We hadden nu ook in een gigantische depressie kunnen zitten. Dat gebeurde niet. Chapeau dus voor de Europese overheden.”

Zorgde de start van de coronapandemie voor paniek bij Fortino?

“Eigenlijk niet. De softwarebusiness leed heel weinig onder corona, integendeel. Nogal wat ondernemingen voerden de digitalisering versneld door en hadden grote behoefte aan de producten van onze bedrijven. Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen: zo zit er een firma in onze portefeuille die software­oplossingen voor de reis­industrie levert. Daar is nu toch wat werk aan de winkel.”

Maakt u zich zorgen over de grote macht die de technologiemastodonten de voorbije ­decennia verzamelden?

“De media hebben het bij techbedrijven al snel over ‘macht’. Terwijl zeer veel mensen in dit land macht hebben, denk maar aan ambtenaren op sleutelposities die vergunningen afleveren. We vergeten wel eens dat velen ons leven kunnen verzuren of verbeteren. Al staat het buiten kijf dat Face­book en Google zeer machtig geworden zijn. Maar worden die bedrijven beter als we ze opbreken? Het antwoord is niet zomaar: ‘Zeker weten!’

“In 1984 werd het Amerikaanse telecombedrijf AT&T gedwongen om in een aantal zelfstandige delen op te breken. Veranderde daardoor de markt in de VS fundamenteel? Nee, want alles kwam terug, maar op een andere manier. Wat we ons nu in het geval van Facebook bijvoorbeeld moeten afvragen, is: gaat dat techbedrijf goed om met zijn macht?”

Het heeft er alle schijn van dat Facebook vooral geïnteresseerd is in zijn inkomsten.

“Daar lijkt het inderdaad op, dat is verkeerd en daarop moet worden ingegrepen. Als in ons democratisch systeem een premier of president de macht naar zijn hand probeert te zetten, worden wij daar allemaal zeer onrustig van. Bij Facebook zien we iets gelijkaardigs gebeuren.

“Ik hoor dat steeds meer jongeren Facebook niet meer gebruiken; ze zitten allemaal op Instagram of TikTok. Aan de basis van de leeftijdspiramide is Face­book dus aan het verdwijnen. Het bedrijf heeft nog veel macht, maar niet meer bij iedereen. We kunnen over die machtspositie blijven klagen, maar we moeten ook eerlijk zijn: voor Facebook, Instagram of WhatsApp betalen we helemaal niets.”

Ze verzamelen privégegevens en gebruiken die als pasmunt.

“Juist daarom is het een gratis dienst. Je moet er dan maar tegen kunnen dat ze op een of andere manier aan je proberen te verdienen. Je kunt pas eisen gaan stellen zodra je voor een dienst betaalt. Als consument mag je niet naïef zijn. Je betaalt niet voor het gebruik van WhatsApp en Facebook, maar geeft wel privégegevens in ruil. Als je dat onaanvaardbaar vindt, laat je die producten gewoon links liggen.”

Werd er indertijd bij Telenet over het beheer van de privégegevens van klanten nagedacht?

“Zeker, want wij transporteerden immens veel persoonlijke data. Dat moest met zeer veel integriteit gebeuren, zodat niemand aan die gegevens kon.”

Er zijn toch altijd mensen die erbij kunnen?

“Je moet het voor indringers natuurlijk technologisch zeer moeilijk maken. Bij Telenet werd hard gewerkt aan het beveiligen van data en het beteugelen van spam. We wilden geen hack. Het was precies ons vak om op een nette manier data te transporteren die niet van ons waren. Al hadden we niet op alles vat. Het mooie van het internet is dat het een wereldwijd open netwerk is, wat er meteen ook het nadeel van is.”

‘Het is te laat om de klimaatverandering nog onder controle te houden, vrees ik. Laten we ons voorbereiden op de calamiteiten.’Beeld Wouter Maeckelberghe

Op dat wereldwijde netwerk vechten inlichtingendiensten van verschillende landen ­intussen een digitale oorlog uit. Zo braken in 2013 Britse en Amerikaanse geheime diensten op het netwerk van het toenmalige Belgacom in. Op 27 juni 2017 legden Russische hackers heel Oekraïne plat.

“Op het internet worden nu inderdaad stille oorlogen uitgevochten. Wie vandaag een land snel wil platleggen, doet dat best via het internet en niet met tanks. Ook de georganiseerde criminaliteit ontdekte het wereldwijde web. We wisten lang niets van drugsboerderijen, tot speurders ze op het spoor kwamen en ontmantelden. Daar schrokken we toen hevig van. Alles wat onzichtbaar is en plots aan de oppervlakte verschijnt, zorgt voor onbehagen.

“Weet u waar ik me grote zorgen over maak? Over het massaal gedeelde fake news op het internet. Want als niemand nog weet wat online waar is of niet, wordt het heel moeilijk om een samenleving fatsoenlijk te laten functioneren. Op termijn bieden crypto en blockchain soelaas. Want als in de toekomst onze informatievoorziening via die technologie verloopt, weten we altijd zeker met wie we te maken hebben en of de bron bonafide is.

“De prijs van de bitcoin schiet het ene moment de hoogte in en duikelt vervolgens de dieperik in. Als je daar niet tegen kunt, laat je die munt best links liggen. Maar begin niet te roepen dat bitcoin en blockchain waardeloos zijn, want dat is niet zo.”

Toen u in 2001 bij Telenet aan de slag ging, verhuisde u van Neder­land naar België. Was dat een cultuurschok?

“Ik heb nooit het gevoel dat ik in België een buitenlander ben. De laatste jaren kom ik wat meer terug in Nederland, omdat Fortino daar ook actief is en in Amsterdam een kantoor heeft. Voor de Vlamingen klink ik als een volbloed Nederlander, terwijl de Nederlanders me erop wijzen dat ik veel Vlaamse zinsneden gebruik. Zij vinden dat nogal apart. Eigenlijk zit ik in niemandsland. Het zou best kunnen dat België me wat zachter heeft gemaakt.”

Is de Nederlandse samenleving dan harder dan de Belgische?

“Nederlanders spreken zich duidelijker uit, wat natuurlijk voordelen heeft. Maar de Nederlandse assertiviteit maakt de samenleving inderdaad ook harder. Is dat beter of slechter? Ieder huis heeft zijn kruis. Het ene land zet andere accenten dan het andere. Zowel Nederland als België heeft zijn fraaie en minder fraaie kanten.”

Vindt u de toenemende ongelijkheid in de samenleving zorgwekkend?

“Ja. Mensen met geld op de beurs hebben de voorbije jaren flink wat verdiend, vele anderen konden enkel in hun levensonderhoud voorzien.”

Hebt u geld op de beurs?

“Ik heb ook geld op de beurs, ja. Naast de verdeling van het geld worden dé thema’s van onze tijd: mobiliteit, medische zorg, onderwijs en de volgens mij onbeheersbaar geworden klimaatverandering. Ik vrees echt dat het te laat is om die nog onder controle te houden. Daarom moeten we ons nu voorbereiden op de calamiteiten. Pas zodra dat besef bij iedereen ingezonken is, zal er geld vrijgemaakt worden om technologie te ontwikkelen die ons kan beschermen. Dat is het drama van de politiek: een politicus die zich bewust is van een nakende ramp, kan pas ingrijpen als ook het volk de ellende onder ogen ziet.”

Was minister worden iets voor u?

“Mijn vader had politieke ambities, maar zette de stap nooit. Ik koesterde die ambities ook, en heb het ook niet gedaan.”

Voor welke partij?

“Dat hou ik liever voor mezelf. Ik heb met alle Belgische politieke centrumpartijen altijd goede contacten onderhouden. Als je in de politiek gaat, moet je er tegen kunnen dat je ziel eigendom van het grote publiek wordt. Wie wil dat tegenwoordig nog? Een minister of staatssecretaris werkt maandenlang keihard en wordt na één slecht optreden in de Kamer zonder mededogen door het slijk gehaald. Het is écht een ondankbare stiel.

“De manier waarop Alexander De Croo (Open Vld) premier is, vind ik heel mooi. Met al zijn jeugdige energie probeert hij iets in beweging te krijgen. Dat is knap.”

Sinds 2015 bent u voorzitter van de Nederlandse telecomgroep KPN. Onder uw impuls maakte Dominique Leroy begin september 2019 de overstap als CEO van Proximus naar KPN. Niet veel later raakte bekend dat ze een maand eerder haar Proximus-aandelen had verkocht. De overstap ging niet door, Leroy werd in verdenking gesteld van handel met voorkennis en trof later een minnelijke schikking. Hoe kijkt u op die periode terug?

“Het hele plaatje klopte, maar er was dat ongelukkige voorval waarbij volgens mij Dominique niet de intentie had om iets fouts te doen. Maar de impact was enorm. Het werd heel moeilijk om alles aan boord te houden.”

Was het dan een afrekening met Dominique Leroy, ingegeven door afgunst?

“Ik weet het niet, al kan ik dat niet uitsluiten. (stilte) Sommige dingen in het leven verlopen op een buitengewoon ongelukkige wijze. Alle betrokkenen betreuren de gang van zaken rond Dominique en hadden het graag anders zien aflopen. Naar eer en geweten hebben ze het geprobeerd het zo goed mogelijk op te lossen, inclusief Dominique. Het gaat nu hartstikke goed met haar als CEO Europa bij Deutsche Telekom. Ze is en blijft een topmanager, daar heeft niemand ooit aan getwijfeld.”