Steeds minder zilvermeeuwen aan onze kust: “Tijd voor eerherstel van de meeuwen”

Er zijn minder zilvermeeuwen aan onze kust. Dat komt door een ander voedselaanbod en minder goede broedplaatsen voor de meeuwen. We moeten de slechte perceptie van de meeuw achter ons laten, zegt Jans Seys van het Vlaams Instituut voor de Zee. “De meeste meeuwen deugen en zoeken de mensen niet op.”

We noemen meeuwen ook wel de ratten van de lucht. “Maar ze zijn een noodzakelijke schakel in het kust-ecosysteem”, zegt Jan Seys in "De wereld vandaag" op Radio 1. Seys is marien bioloog  bij het Vlaams Instituut voor de zee (VLIZ). 

“Een kust zonder meeuwgeluiden kunnen we ons niet meer voorstellen. Ze zijn opruimers in de natuur, want ze halen gekwetste dieren weg of pikken het afval op. Ze zijn ook een beschermde diersoort.”

Beluister het gesprek met Jan Seys van het Vlaams Instituut voor de Zee in "De wereld vandaag" op Radio 1:

“Sommigen onder hen, het gaat om een klein deel van het totale meeuwenbestand, zijn macho’s. Zij komen dicht bij de mens en pikken in alle drukte aan de kust een ijsje weg. Maar de meeste meeuwen deugen en zijn niet bezig met de mensen. Daarom is het tijd voor eerherstel van de meeuwen.”

Vuilniskar

Het gaat niet goed met de zilvermeeuwen aan onze kust. Dat heeft onder ander te maken met het voedselaanbod. Er zijn geen grote huisvuilstorten meer waar meeuwen kunnen overleven. “De meeuwen konden daar wachten met hun snavel open tot de eerste vuilniskar kwam.”

Er is ook minder voedsel te rapen bij de vissers. “Vroeger gooiden de vissers alles wat niet waardevol was overboord. Dat mag nu niet meer. Alles wat de vissers vangen, of het nu nuttig is of niet, komt vaker aan land. Dat betekent dat er minder beschikbaar is voor de meeuwen. In Oostende is zelfs het voederen van meeuwen verboden.”

Steeds meer meeuwen vinden ook minder makkelijk een broedplaats. “Meeuwen broeden normaal op de grond dicht bij een voedselbron zoals de zee. Vroeger was er meer open ruimte voor die meeuwen, bijvoorbeeld in Zeebrugge. Daar is nu de haven en daardoor hebben ze zich verspreid over heel Vlaanderen. Ze gaan in Brussel op daken broeden. Vandaar de perceptie dat de meeuw overal is.”

Vogelgriep

Ook met andere zeevogels gaat het niet goed. Dat heeft te maken met de vogelgriep. Uit cijfers van de Britse Koninklijke Vereniging voor de Bescherming van Vogels blijkt dat het H5N1-virus, ofwel het vogelgriepvirus, harde klappen uitdeelt aan zeevogels in het Verenigd Koninkrijk. Marien bioloog Jan Seys spreekt van “du jamais vu”. “Vogels zoals de grote jager of de jan-van-gent komen vaak voor in het Verenigd Koninkrijk. Het is een ramp als de populatie daar op een korte tijd afneemt.”

Bij ons zijn er geen jan-van-genten of grote jagers, wel de grote stern. “De grote stern en sommige meeuwensoorten zoals de zwartkopmeeuw zijn wel gevoelig voor de vogelgriep”, vertelt Seys. “Bij die soorten is de populatie ook ongezien gedaald.”

Herstelt die populatie zich na een tijd opnieuw? “We kunnen inderdaad rekenen op immuniteit. Maar bij de grote stern bijvoorbeeld kan het tientallen jaren duren vooraleer de populatie weer op niveau is.”

Meest gelezen