ton Koene

Waterkwaliteit in Vlaanderen gaat achteruit in plaats van vooruit: bemesting blijft een probleem

De waterkwaliteit in Vlaanderen is vorige winter achteruitgegaan in plaats van vooruit. In een kwart van de onderzochte waterlopen werd de norm voor nitraat overschreden. En ook in het grondwater is de hoeveelheid nitraat opnieuw gestegen, naar het hoogste peil sinds 2010. Grote boosdoener blijft de bemesting van de Vlaamse akkers.

Na weken van boerenprotesten en een aantal beloftes om de boeren tegemoet te komen, is er slecht nieuws over de kwaliteit van ons grondwater en de hoeveelheid nitraten in de Vlaamse bodem. Dat blijkt uit twee nieuwe rapporten van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) die de krant De Standaard heeft geanalyseerd. 

Uit die rapporten blijkt dat er zowel in het oppervlaktewater (rivieren, kanalen, sloten en kreken) als in het ondiepe grondwater onder landbouwgebieden vorige winter opnieuw meer nitraat gevonden werd. Dat nitraat is vooral afkomstig uit de mest die gebruikt wordt om gewassen beter te laten groeien. 

BEKIJK - Katrien Smet (VMM): "Impact van nitraat op waterkwaliteit is er nog altijd":

Videospeler inladen...

Wat is nitraat?
Nitraat is een belangrijke voedingsstof voor de planten, maar als er te veel nitraat in ons water terechtkomt, is het dat slecht voor de natuur en de mens. Het nitraat dat in mest zit, wordt namelijk niet allemaal opgenomen door de gewassen. 

De rest sijpelt door naar rivieren, beekjes en vijvers. Daar vormt het een voedingsbodem voor algen. Die doen de zuurstofwaarden van het water dalen, wat slecht is voor de biodiversiteit. 

Op zich is nitraat niet schadelijk of giftig. Het zit ook gewoon in de meeste voedingsmiddelen, zoals groente en fruit. De bacteriën in onze maag en darmen zetten deze nitraten echter om tot nitriet, en dat kan wel slecht zijn voor onze gezondheid, omdat het zuurstoftransport in ons bloed belemmert.

Na drie jaren van dalingen, was er vorige winter jaar weer een stijging: in 1 op de 4 meetpunten in Vlaanderen werd een overschrijding van de Europese drempelwaarde van 50 milligram nitraat per liter vastgesteld in het oppervlaktewater. 

Daarbij zijn er grote regionale verschillen: terwijl de rivierbekkens van de Nete en de Dender het goed deden, waren er vorige winter veel normoverschrijdingen op de meetpunten in het bekken van de IJzer (50% overschrijdingen), de Leie (40%) en de Maas (38%).

Mestactieplannen

Om het teveel aan nitraat in ons water terug te dringen, worden er in Vlaanderen al decennia mestactieplannen gemaakt voor de landbouw.

Over het zevende plan werd bijna een jaar geleden een akkoord bereikt, maar dat is nog altijd niet af. Sterker nog: vorige week werd nog afgesproken om dat MAP7 te versoepelen. 

Maar er zal eerder een verstrenging nodig zijn, want al die mestactieplannen blijken volgens de rapporten van de VMM en de VLM onvoldoende zoden aan de dijk te zetten en er hing Vlaanderen al een Europese zaak boven het hoofd omdat er te weinig gedaan wordt aan de nitraatvervuiling van ons water.

Droogte en mestdruk

Hoe komt het nu dat er te veel nitraat in ons water blijft zitten? In de eerste plaats verwijst Leen Van den Bergh van de Vlaamse Landmaatschappij naar de uitzonderlijke droogteperiodes van de afgelopen jaren. Door de droogte konden de gewassen niet goed groeien, waardoor ze de meststoffen uit de bodem niet goed opnamen. Daardoor zijn de overtollige meststoffen uiteindelijk in het water terechtgekomen. Uitgespoeld zoals dat heet.

Leen Van den Bergh merkt op dat er ook nog altijd een hoge “mestdruk” is in Vlaanderen, waarbij er nog altijd veel mest geproduceerd - door de veeteelt - én gebruikt wordt op de Vlaamse velden.

“Er is een lichte daling in de mestproductie”, zei Van den Bergh in “De ochtend” op Radio 1, “maar die daling zien we vooral in een afname van de mestverwerking en niet bij het gebruik van mest op de akkers”. "Dat gebruik blijft stabiel en hoog."

“Daarbij komt nog eens dat er op bijna de helft van het landbouwareaal nitraatgevoelige gewassen geteeld worden, zoals aardappelen, maïs en een aantal groenten die groeien op volle grond. Dat zijn een teelten waarbij we ook een hoge uitspoeling vaststellen.” Deze gewassen nemen veel minder nitraat op dan bijvoorbeeld grassen, graan, bieten of fruit.

Timing

Leen Van den Bergh zegt dat er nog heel wat winsten te boeken zijn bij duurzame bemestingspraktijken en -technieken, afgestemd op de gewassen en het weer. 

Wanneer landbouwers mogen bemesten is in Vlaanderen strikt geregeld volgens een kalender. Zo mochten de boeren dit jaar niet voor 16 februari beginnen met hun land te bemesten. Tijdens de recente boerenprotesten uitten vele landbouwers hun ongenoegen over wat zij “kalenderlandbouw” noemen. 

In het akkoord dat de boeren vorige week sloten met de Vlaamse regering heeft die laatste zich bereid getoond om in functie van weersomstandigheden tot maximaal 14 dagen te schuiven met die strikte data.

Landbouwkundig heeft het in de winter geen zin om te bemesten: op dat moment bemesten brengt het milieu heel veel schade toe

Leen Van den Bergh (VLM)

De VLM wijst erop dat die wettelijk vastgelegde data belangrijk zijn om de waterkwaliteit en het milieu te beschermen in de winter. “In de winter zijn de gewassen in rust, ze groeien dan niet en nemen dan ook geen meststoffen op”, legt Leen Van den Bergh uit. “Dus landbouwkundig heeft het dan geen zin om te bemesten en op dat moment bemesten brengt het milieu heel veel schade toe.” 

Van den Bergh merkt op dat de opgelegde data strikt zijn, maar dat de landbouwers binnen het bemestingsseizoen zelf vrij zijn om de goede omstandigheden af te wachten. “Binnen die periode is het inderdaad belangrijk dat landbouwers zelf de goede weersomstandigheden afwachten en maximaal bemesten in functie van het gewas. Met andere woorden, als het op dit moment te nat is op de velden, dan is het een goede praktijk om af te wachten en pas later te bemesten, en niet vroeger”, klinkt het.

Meest gelezen