Natuurpunt - Koen Lepla

Aantal geelgorzen in de Westhoek neemt voor het eerst in jaren toe

Het aantal geelgorzen in de Westhoek is voor het eerst in jaren weer gestegen. Geelgorzen zijn kleine, gele akkervogels die steeds minder voorkomen in Vlaanderen. Maar dankzij een goede samenwerking tussen de Vlaamse Landmaatschappij en een groep landbouwers lijkt de populatie, in de Westhoek dan toch, weer lichtjes toe te nemen.

De afgelopen jaren is het aantal geelgorzen in Vlaanderen sterk afgenomen. Dat komt omdat de kleine, gele vogeltjes houden van halfopen landschappen met heggen en houtkanten. Maar die komen minder voor dan vroeger, waardoor de vogels moeilijker nesten kunnen bouwen of eten vinden in de winter.  Toch is er hoop voor de geelgorzen, want uit een wintertelling blijkt dat het aantal in de Westhoek lichtjes is gestegen.

De stijging is te danken aan een beheersovereenkomst  tussen de landbouwers in de Westhoek en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). "In ruil voor een vergoeding werden de landbouwers gemotiveerd om gewassen zoals tarwe en gerst te zaaien en die te laten staan in de winter", vertelt Leen Van den Bergh van het VLM. "Op die manier is er voldoende voedsel voor de geelgorzen en hebben ze plekjes om nesten te bouwen." 

Wintertelling
Wim Bovens

Meer dan duizend geelgorzen geteld

Om de populatie van het aantal Geelgorzen te blijven controleren, startte de provincie West-Vlaanderen een actieplan op. In het plan staat dat er drie keer per jaar wintertellingen worden georganiseerd. Daarbij gaan vrijwilligers van Natuurpunt en andere natuurverenigingen op zoek naar geelgorzen op de akkers van boeren die de beheersovereenkomst hebben getekend. In totaal telden vrijwilligers 1.050 geelgorzen op 60 landbouwpercelen in de Westhoek.

Meest gelezen